Acceptatie via de achterdeur

Voor mij persoonlijk is acceptatie een groot goed. In het dagelijks terugkerende gevecht dat ik moet leveren om mezelf in de wereld overeind te houden, is acceptatie een van de belangrijkste hulpmiddelen die mij ter beschikking staan. Je zou zelfs zonder veel overdrijving kunnen zeggen dat alles wat ik kan accepteren een goed gevoel bij me achterlaat, terwijl alles wat ik niet kan (of wil) accepteren vanaf dat moment een probleem wordt. Dat probleem kan natuurlijk opgelost worden - een probleem hoeft ten slotte geen probleem te zijn - maar voordat het zover is zit ik er toch maar mooi mee.

Zo is het leven van een ik. Er zijn problemen, er is vreugde, er is ellende en er is geluk - en er vinden voortdurend pogingen plaats om in die maalstroom in te grijpen. Er is, zou je kunnen zeggen, altijd wat. En alles gaat voorbij.

Maar er is geen ik. En dat verandert de zaak. Er is ook geen wereld.
Exit de acceptatie.

De hersenen van de mens lijken zo te zijn geprogrammeerd dat alle informatie die er binnenkomt al vanaf jonge leeftijd gestructureerd wordt in een goed samenhangend wereldbeeld, dat is opgebouwd rondom twee polen: ik hier en de wereld daar. Deze basisstructuur van het bewustzijn is blijkbaar zo krachtig (en genetisch gezien zo succesvol) dat het voor ditzelfde bewustzijn onmogelijk wordt om 'om zichzelf heen' te kijken en te zien dat dit wereldbeeld niet meer is dan een eigen creatie. De grote filosoof Immanuel Kant leerde al dat wij onszelf en de wereld alleen kunnen kennen in de vorm zoals onze hersenen ons presenteren. De wereld is alleen wat wij ons voorstellen dat die is en dat geldt precies zo voor die andere pool en steunpilaar van ons wereldbeeld: het ik. Ik besta slechts in zoverre als ik me daar een voorstelling van maak.
Kant wees er dan ook nadrukkelijk op dat alles wat er gezegd of gedacht kán worden enkel realiteit heeft binnen dat wereldbeeld, dat door mijzelf is bedacht. Daarbuiten kan niets gezien, gezegd, gevoeld of gedacht worden. Daarbuiten is niets, althans niet vanuit het perspectief van 'ik en de wereld', een perspectief dat mijn hersenen voor me hebben klaargezet en waaruit ik niet kan ontsnappen.
Maar op momenten waarop het leven me niet bevalt, wil ik juist uit dit perspectief ontsnappen. En als ik dan de daad bij het woord voeg zal ik waarschijnlijk proberen om hetzij de wereld te veranderen hetzij mezelf. Ik wil ontsnappen uit de kooi, die ik voor mezelf gemaakt heb.

Heeft u opgemerkt hoe vaak het woord ik, of een variant daarop, in deze tekst voorkomt? Zonder de basisstructuur 'ik en de wereld' is communicatie ondenkbaar. En is die ook helemaal niet nodig. Niets is nodig, als ik het kader van 'ik en de wereld' loslaat.
Maar dat kan niet. Ik kan alles loslaten, behalve mezelf. Want ik besta niet, ik ben maar een creatie van mijn hersenen. Hoe zou ik mezelf die niet besta kunnen loslaten?

En hier komt misschien via een achterdeur dan toch weer het fenomeen acceptatie in beeld. Ik kan mezelf niet loslaten, maar als ik me in DIT, dit-wat-is, ontspan en ontspan en ontspan, zonder me daarvoor in te spannen, dan kan er even wat ruimte ontstaan voor een heel kleine (maar zeer grote) herstructurering in mijn hoofd. Dan kan het ene wereldbeeld wegvallen en een ander ervoor in de plaats komen. Een nieuw wereldbeeld dat niet overeind wordt gehouden door die twee pijlers ik en de wereld, maar waarin ik en de wereld niet meer zijn dan gewoon twee van de ontelbaar vele fenomenen die zich blijkbaar aan mij voordoen, niet belangrijker of onbelangrijker dan al die andere.
Dit andere wereldbeeld heeft geen pijlers, het wordt door niets overeind gehouden. Het steunt nergens op en - laten we eerlijk zijn - het slaat ook nergens op. Het valt buiten alle grenzen van waarneming, ruimte, tijd en logica. Het is onzin.

En toch is dit wat ik als alternatief tegenover het 'conventionele' wereldbeeld zou willen zetten, dat wereldbeeld waarmee vrijwel ieder mens opgroeit (maar misschien niet alle dieren). Ik zeg tegen jou die dit leest: denk er eens over na. Maar vooral niet te lang of te diepzinnig, want het heeft in feite juist niets met denken te maken. Accepteer het gewoon even, voor een kwart seconde of zo, en kijk eens wat dat met je doet. Hoogstwaarschijnlijk niets, maar dat is dan ook prima, want dan hoeft er blijkbaar niets te gebeuren. Maar misschien verandert er wel degelijk iets en besef je plotseling dat het conventionele wereldbeeld, dat je altijd als vanzelfsprekend hebt aangenomen, in feite veel absurder is dan het absurde alternatieve wereldbeeld dat ik hier schets. Het ik, dat zichzelf van zichzelf wilde bevrijden, bestaat helemaal niet. Het is met het ik als met de 'vogel in een lege kooi', die prachtige oeroude koan. Het ik zat nooit in een kooi en de kooi bevatte geen ik. De kooi was altijd leeg, vogel of geen vogel, en dus bestond de hele vogel niet en de kooi evenmin, want wat is nou een lege kooi?
En die vogel lijkt nu dan wel ontsnapt, maar is in feite rustig op zijn oude plaatsje blijven zitten.

Onzin, nietwaar? Inderdaad! Maar dat is nou precies het kenmerk waaraan een correcte beschrijving van de werkelijkheid kan worden herkend. En daar zit geen woord onzin bij.


Gepubliceerd in InZicht jrg 17, nr.1, februari 2015



Terug