Wie
Schaker en ex-schaker
Paul van der Sterren werd op 17 maart 1956 geboren in Venlo. Hij kwam op dertienjarige leeftijd op het Thomascollege met het schaken in aanraking en begon al snel mee te doen aan alle schoolwedstrijden. Nog in hetzelfde jaar werd hij lid van de Venlose Schaakvereniging en vanaf dat moment was er geen houden meer aan en deed hij waar hij maar kon mee aan allerlei toernooien en competities.
Na zijn schooltijd ging Van der Sterren rechten studeren in Amsterdam, maar al gauw was hij in feite beroepsschaker en de rechtenstudie is dan ook nooit afgemaakt.
In 1979 behaalde hij de titel Internationaal Meester en in 1989 werd hij benoemd tot Internationaal Grootmeester.
Vooral in de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw was hij een van de beste schakers van Nederland. Hij won vele toernooien, was Nederlands kampioen in 1985 en 1993 en vertegenwoordigde Nederland op acht olympiades tussen 1982 en 2000. Zijn beste prestatie was een tweede plaats in het immens sterk bezette Interzonetoernooi in Biel in 1993, waarmee hij zich kwalificeerde voor de Kandidatenmatches, in die tijd het laatste stadium in de driejarige kwalificatiecyclus voor het wereldkampioenschap. Hij verloor in de kwartfinale van Gata Kamsky in een tweekamp die in 1994 werd gehouden in Wijk aan Zee.
In de Nederlandse clubcompetitie speelde hij onder meer voor Desisco/Watergraafsmeer uit Amsterdam en HSG uit Hilversum. Ook speelde hij tussen 1994 en 2001 in de Duitse Bundesliga voor Castrop-Rauxel.
Vanaf zijn jongste jaren heeft Van der Sterren ook veel over het schaken gepubliceerd, onder meer in de tijdschriften Schakend Nederland en Schaakbulletin. Hij was vanaf de oprichting in 1983 tot 2003 redacteur van de Jaarboekenserie van uitgeverij New in Chess, waarvoor hij meer dan honderd artikelen schreef op het gebied van openingstheorie.
In 2001 stopte Van der Sterren op 45-jarige leeftijd met de wedstrijdsport. Sindsdien houdt hij zich voor wat het schaken betreft nog bezig met het geven van lezingen, training en commentaar voor het publiek bij grote toernooien. Ook gaat hij onverminderd door met het schrijven van boeken.
In 2010 maakte hij op bescheiden schaal zijn comeback achter het schaakbord. Voor de Amsterdamse schaakvereniging Caïssa speelt hij nu weer in de KNSB-competitie en zelfs deed hij in oktober 2011 voor het eerst in ruim tien jaar weer mee aan een toernooi, het Euwe Memorial in Amsterdam.
Boeddhist en ex-boeddhist
In 1998 maakte Van der Sterren kennis met de uit het boeddhisme afkomstige vipassana meditatie en begon hij deze meditatie te beoefenen bij een boeddhistisch meditatiecentrum in Amsterdam, aanvankelijk heel voorzichtig, maar al binnen enkele maanden steeds intensiever. Tussen 1999 en 2005 deed hij een tiental intensieve retraites in Nederland met een lengte variërend van één tot drie weken, onder leiding van de Thaise monnik Mettavihari. Ook begon hij zelf les te geven.
Maar ergens in 2005 drong het tamelijk abrupt tot hem door dat hij op deze manier in feite voortdurend bezig was met 'aan zichzelf te werken' en dat 'hij' dus blijkbaar niet goed was zoals hij was. Toen hij in 2006 de bijeenkomsten van Tony Parsons begon te bezoeken werd hij in dit idee bevestigd en beëindigde hij zijn 'spirituele carrière' direct. Sindsdien is iedere vorm van spiritueel zoeken volstrekt uit zijn leven verdwenen. Hij schreef een prikkelend boek dat gezien kan worden als een commentaar op deze ervaringen en op het boeddhisme, dat in 2012 onder de titel Verlichting in een lege verpakking is gepubliceerd.
In oktober 2013 verscheen zijn boek Over het brein, non-dualiteit en vrije wil. Hierin trekt hij vergelijkingen tussen de Oosterse wijsheid van advaita en de Westerse wetenschappelijke inzichten in het functioneren van de hersenen, zoals o.a. beschreven door Dick Swaab in zijn boek Wij zijn ons brein en Victor Lamme in De vrije wil bestaat niet.
Een derde boek op dit gebied, Gedachten over het ondenkbare, is in december 2016 verschenen.
In november 2019 verscheen Ontbijt met non-dualiteit. 64 licht onverteerbare brokken. Door zoveel mogelijk weg te laten verdicht zich wat hij vroeger in proza schreef als vanzelf tot poëzie. Het zijn dan ook poëtische teksten die de steunpilaren van ons verstand, de rede en de logica, ondermijnen.
Een jaar later, november 2020, is Pauls nieuwste boek verschenen, Mystiek zonder schokdempers. Een boek vol zorgvuldig gerangschikte woorden en het gaat nergens over, waar Paul op dit pad verder gaat. De lezer wordt niet aan het denken gezet, maar juist uit zijn denken gehaald. Non-dualiteit, mystiek, advaita, christendom, filosofie en poëzie, in Mystiek zonder schokdempers wordt het allemaal in de kookpot gegooid en met flink roeren tot zijn authentieke eenheid teruggebracht.