Het onmogelijke interview

Door Niels Brummelmans
gepubliceerd in Koorddanser, jaargang 32 nr. 335, december 2015 naar aanleiding van Paul van der Sterrens boek Over het brein, non-dualiteit en vrije wil


Een interview met iemand die gelooft dat zowel hij als jij niet bestaat. Hoe pak je dat aan? Niet, zo blijkt. Verslag van een onmogelijk en, voor de interviewer althans, frustrerend gesprek met voormalig schaakgrootmeester en non-dualist Paul van der Sterren.

Het verhaal dat Paul van der Sterren heet is dat van een dertienjarige jongen die verslingerd raakt aan het schaakspel, daar zijn beroep van maakt en tot 2001 één van de beste schakers van Nederland is. In dat jaar wordt hij 45 en stopt hij met de wedstrijdsport. Hij geeft nog trainingen, lezingen en simultaans en schrijft boeken over het schaakspel. Ook is dit het verhaal van 'de schaker die ging mediteren'. Toen Paul 42 was, kwam hij in aanraking met inzichtmeditatie en beoefende deze vervolgens acht jaar lang met volle overgave. Totdat een ontmoeting met Tony Parsons aan alle pogingen om iets te bereiken een einde maakte. Sindsdien heeft hij ook over non-dualiteit enkele boeken en artikelen geschreven.

Tot zover het 'Verhaaltje Paul'. Maar wie ben je echt?
Paul van der Sterren: "Hier past alleen een diepe stilte. Dat zou overigens ook zo zijn als je de vraag aan een willekeurige ander voorlegde. Al zal die stilte in veel gevallen dan misschien veel lawaaieriger uitvallen."

Wat is het verschil tussen advaita en nihilisme?
"De term nihilisme zegt me niets. 'Advaita' is een woord dat wordt gebruikt om aan te geven dat het lijkt alsof er een ik en een wereld is, maar dat dit schijn is. Er is alleen eenheid. Het is waar dat die eenheid ook niets is, maar het komt me toch voor dat met nihilisme iets anders wordt bedoeld."

Laten we het anders stellen: waarvoor sta jij 's ochtends op uit bed? Hoe blijf je als rasechte advaitist betrokken?
"Om dezelfde redenen als andere mensen. Zij het dat die redenen er voor iedereen altijd net even anders uitzien. Advaitisten bestaan niet, dus daar valt niets over te zeggen."

In 'Over het brein, non-dualiteit en vrije wil', je laatste boek, haal je Bert Wagendorp aan die in de Volkskrant schreef: 'Als de vrije wil niet bestaat, doen we gewoon alsof'. Waarom doen we dat eigenlijk?
"Inderdaad, maar je kunt ook vragen: 'Waarom niet?'. Wat Wagendorp zegt, vat wel goed samen hoe dit in de menselijke hersenen werkt. Het 'we doen alsof' is wat iedereen vanaf zijn vroegste jeugd leert. Daar is geen reden voor, al zou je natuurlijk, als je dat wil, wel iets kunnen aanwijzen in de richting van dat het biologisch-evolutionair noodzakelijk zal zijn geweest om het dier 'mens' te ontwikkelen."

Op het niveau van ons non-duale zelf mag psychologische arbeid dan compleet nutteloos lijken, op het niveau van het zogenaamd illusoire individu kan het een aantoonbaar verschil uitmaken: meer levensvreugde etcetera. Hoe verklaren we dat?
"Er is geen 'niveau van ons non-duale zelf'. Binnen de wereld van 'ik en de wereld', binnen de wereld van het individu dus, dat denkt dat het echt bestaat, heeft alles zin of geen zin. Maar 'zin en zinloos' is ook gewoon maar een begrippenpaar dat voor het individu volstrekt reëel is, maar dat, net als het individu zelf, wegvalt als laatstgenoemde als illusoir wordt doorzien. Waarmee het overigens binnen het spelletje 'ik en de wereld' zijn relevantie behoudt."

Je schrijft boeken en artikelen over non-dualiteit. Is het niet fijner om te spreken?
"Het is wel makkelijker om iedere bewering die je doet ook weer onderuit te halen en om te draaien als je spreekt. Maar in feite is er geen verschil. Het voordeel van schrijven is dat je niet wordt tegengesproken, althans.. niet onmiddellijk. Overigens ben ik geen non-dualist, die bestaan niet."

Waarom irriteert jouw boek mij zo? En nu ook dit gesprek weer.. Ik vind het onmogelijk allemaal.
"Die vraag moet je natuurlijk eigenlijk zelf beantwoorden. Maar het is normaal dat 'het individu' het niet leuk vindt om te horen of te lezen dat het een illusie is of dat het alleen maar zou bestaan in een spelletje. Dus die reactie is heel normaal. Het getuigt van doorzettingsvermogen dat je het boek nog uitgelezen hebt. Goed zo, Niels!"

Aan het begin van je boek probeer je de vraag waarom je schrijft te beantwoorden. Voor mijn gevoel beantwoord je die vraag niet afdoende, aangezien je onomwonden stelt dat je er niemand wijsheid, troost of bemoediging mee schenkt. Ik neem aan dat er ook geen nieuw boek komt?
"Dit is geen vraag, maar een statement. Haal het vraagteken weg en je hebt 'de wereld van het ik' in een notendop. 'Ik' wil altijd wijsheid, troost, bemoediging, liefde, vervulling, een zinvol leven of noem maar op en bovendien wil ik DAT MIJN VRAGEN BEANTWOORD WORDEN, GODVERDOMME!"

Nou, is er nog iets dat je zelf relevant acht?
"Het zal je niet verbazen dat ik hier niets op te zeggen heb. Al zou ik dat ook in een uur kunnen vertellen. Nou, vooruit. Misschien deze uitspraak nog van Byron Katie: 'Wat ik voor jou ben, is je eigen verhaal, niets meer en niets minder. Je hebt mij nooit ontmoet. Niemand heeft mij ooit ontmoet'."



Terug