|
|
In memoriam Filip Goldstern
(1956-2022)
We raakten bevriend in 1975, allebei nog maar 19 jaar oud en in de jaren die volgden brachten we vele, vele uren samen achter het schaakbord door. Hij was een onverslaanbare tegenstander voor me in eindeloze vluggersessies, een geweldige analysepartner en een gewetensvolle sparring partner in trainingspartijen. Vooral de Benoni en het drierijensysteem waren zijn specialiteiten en in die openingen heb ik veel van hem geleerd.
Hij had een uitstekend inzicht in het spel, maar hij had altijd moeite dat inzicht te vertalen in echte successen, vooral omdat hij maar niet kón geloven dat hij echt een heel goede schaker was. In 1986 kwalificeerde hij zich voor het Nederlands kampioenschap en dat was een hoogtepunt in zijn carričre, maar ik denk dat hij het zelf eerder als een dieptepunt zag, omdat hij er niet verder kwam dan een laatste plaats. Zo jammer dat hij altijd alleen maar de negatieve kanten van zijn resultaten kon zien. Het was nooit goed genoeg, ook als het wel degelijk heel goed was.
In 1990 verraste hij al zijn vrienden (vijanden had hij niet) door in het huwelijk te treden, naar Zwitserland te verhuizen en het schaken eraan te geven. Ook ik was verbijsterd. In Zwitserland bouwde hij een nieuw leven op als leraar, een vak wat hij zeer serieus nam. Maar al gauw pakte hij het schaken toch weer op. Hij begon clubwedstrijden te spelen in Zürich en nam deel aan kleinere toernooien, voornamelijk in Zwitserland en alles binnen de tijd die zijn baan hem toestond: in weekenden en in de schoolvakanties.
In 1993 ontmoette ik hem weer, in de zomer in Biel, en in 1996 zocht ik hem voor het eerst op in zijn mooie, nieuwe huis in Schaffhausen en maakte ik kennis met zijn vrouw Louise. Ons contact bleef nog jarenlang vrij sporadisch, totdat het internet ons een helpende hand toestak in de vorm van de e-mail. Daar maakten we sindsdien dankbaar gebruik van. Maar sinds ongeveer 2010 zagen we elkaar ook weer geregeld, hetzij in Amsterdam, als hij in zijn zomervakanties zijn oude omgeving nog eens opzocht, hetzij in Schaffhausen, als mijn vrouw en ik in Zwitserland op vakantie waren. Onze conversaties bleven daarbij altijd boven het schaakbord cirkelen, niet met het ophalen van jeugdherinneringen, maar met discussies over de in zijn ogen onbegrijpelijke fout die ik had gemaakt door met schaken te stoppen. Zelf was hij nog altijd een vaste kracht in het Zwitserse schaakleven, vooral in rapid en blitz. Leeftijd leek weinig vat te hebben op zijn schaakprestaties, misschien was het ouder worden zelfs wel heilzaam voor hem. Zo behaalde hij op zijn 55ste nog een IM-norm in het Europees kampioenschap voor clubteams. Ook toen toonde hij zich trouwens alleen maar "een beetje tevreden". Lyrisch werd hij pas als er slechte resultaten te bespreken waren. Maar dan kwam hij ook op dreef! Wat dacht u van dit commentaar uit een mail van 2012: "Na twee nederlagen waren mijn kansen op een totaal verprutst toernooi nog geheel intact." Onverbeterlijk!
Volkomen onverwacht kwam er een einde aan zijn leven en daarmee ook aan een - gek genoeg - in mijn ogen nog altijd veelbelovende schaakcarričre. Hij overleed aan een hartstilstand tijdens een van zijn andere favoriete bezigheden, een lange wandeling in de bossen rond Schaffhausen.
Ik kan het nog maar amper geloven, Filip. Nooit meer grapjes met je te kunnen maken over je resultaten, over het schaakspel, over het leven. Nooit meer. Vaarwel, oude vriend
Terug
|
|
|